FR
NL
EN
Logo BW
Slide background
Slide background
Château d'Hélécine in bovenaanzicht.
Menu

INLEIDING

Dit neoclassicistische kasteel uit de achttiende eeuw is ideaal gelegen tussen Brussel en Luik in Waals-Brabant. Het biedt een prestigieuze infrastructuur voor al uw zakelijke bijeenkomsten en recepties, in een buitengewone omgeving en een prachtig groen kader.

Het domein werd omgebouwd tot een receptie- en seminarieruimte met plaats voor 10 tot 1500 gasten.

De staatsiezalen, de weelderige koepelzaal Le Dôme en de gloednieuwe Orangerie vormen het ideale kader voor de organisatie van recepties en bedrijfsevenementen.

Het park van 28 hectare en het voorplein van het kasteel lenen zich uitstekend voor productpresentaties, teambuildings, familiedagen en andere evenementen.

Onder impuls van de provincie Waals-Brabant, die eigenaar is van het domein, werd een volledig nieuw horeca team samengesteld om u te ontvangen en te begeleiden bij de organisatie van uw evenementen. De kasteelruimtes kregen een nieuwe invulling en werden ingericht met geavanceerde technische apparatuur, om keer op keer maximaal te beantwoorden aan uw verwachtingen.



NIEUWS

Volg de Facebookpagina van POP UP BAR HELECINE en blijf op de hoogte van de talrijke activiteiten die volgende zomer op de agenda staan in het domein.

Logo BW
 

RUIMTES

Het kasteel en de bijgebouwen omvatten:

KOEPELZAAL LE DÔME
Deze majestueuze ruimte heeft een koepel van 27 meter hoog en biedt plaats aan maximaal 600 genodigden voor een ceremonie, receptie, cocktailparty, congres of galadiner (270m2)
600 plaatsen
300 plaatsen
ORANGERIE
Deze buitengewone zaal van 500 m2 (20 m x 25 m) geeft uit op het park (500m2 )
800 plaatsen
500 plaatsen
RECHTERVLEUGEL
3 seminariezalen van 20, 30 & 80m2
3 feestzalen

Deze zalen bevinden zich rond de staatsietrap met zicht op het park en de vijvers. Ze zijn geschikt voor onder meer cocktailparty's, seminaries, bijeenkomsten, galadiners en productpresentaties,… (25m2 , 45m2 , 80m2 )
300 plaatsen
150 plaatsen
PAVILJOEN
Het paviljoen biedt een zaal van 120 m2, een ontvangsthal van 25 m2, een privébar en een terras van 200 m2 voor seminaries, diners, verjaardagsfeesten, …
200 plaatsen
100 plaatsen
BIJGEBOUW L'ANNEXE
Deze ruimte van 50m2, met zijn gewelfde plafond en bar in oude stijl is uitermate geschikt voor cocktailparty's, diners ,…
140 plaatsen
70 plaatsen
THEATER
Deze ruimte van 150m2 op de eerste verdieping biedt een podium en een bar voor uw seminaries, presentaties,…
200 plaatsen
150 plaatsen
  • Een domein van 28 hectare voor uw teambuildings.



We kunnen uw receptie op verzoek ook organiseren in feesttenten op het domein, waarbij talrijke combinaties mogelijk zijn.



De ontvangst en het goede verloop van uw evenement worden verzorgd door de medewerkers van traiteurdienst Cocotte & Co. Zij hebben een ruime ervaring in de organisatie van evenementen, van technische apparatuur en logistiek tot decoratie, artistieke activiteiten, optredens, lasershows, verlichting,…

 

DIENSTEN

Onze medewerkers helpen u graag en kunnen desgewenst de volledige organisatie van uw evenement verzorgen.

 
Onze chef-kok, Didier Vercruysse, neemt u mee op een culinaire droomreis en biedt desgewenst zijn unieke concept op basis van cocottes aan. De gevarieerde stoofpotjes zijn niet alleen origineel en lekker, maar bieden ook het unieke voordeel van een snelle en doeltreffende service met respect voor de koudeketen en het milieu.
Technische apparatuur
 
Onze koepelzaal Le Dôme en de Orangerie zijn uitgerust met geavanceerde technische apparatuur, zodat u zelfs met een standaardpakket al een evenement kunt organiseren dat helemaal beantwoordt aan uw verwachtingen. Andere wensen, zoals een ledwand, een megascherm, een lasershow of bijzondere geluid- en lichteffecten kunt u uiteraard bespreken met onze teams.
Seminaries
 
Dankzij de modulaire structuur van onze zalen kunt u uw seminarie organiseren in de beste omstandigheden. Een professioneel team helpt u graag bij de uitwerking ervan.
Artistieke activiteiten
 
Naast de voorstellingen die op maat worden uitgewerkt voor de activiteiten in het kasteel, helpt onze artistieke directie u graag bij de zoektocht naar een dj, een liveband, diverse artiesten, vuurspuwers, jongleurs, dansers ? Kortom, wij organiseren het creatieve feest van uw dromen!
Teambuilding
 
Op basis van de verschillende ruimtes en het domein van 28 hectare rond het kasteel weten onze teams keer op keer de perfecte formule uit te werken voor een sportieve of intellectuele teambuilding.
Bloemist
 
Onze bloemist is vertrouwd met de locatie en kan u desgewenst helpen bij de bloemendecoratie.
 
 

Contact

Château d'Hélécine
Rue Armand Dewolf, 2
1357 Hélécine

(Volg de borden « Domaine Provincial Hélécine - Provinciaal Domein Hélécine »)

Telefoonnummer van het kasteel voor meer inlichtingen: +32 475 492 482
info@chateauhelecine.be

Bestemming
-
Afstand
-
Duur
-
  • Komende van
  • Mijn locatie
  • Leuven
  • Luchthaven Zaventem
  • Luik
  • Louvain-La-Neuve
  • Waver
  • Namen
  • Antwerpen
  • Charleroi
  • Gent
Logo BW
  Route weergeven  

 

GESCHIEDENIS VAN HET DOMEIN

DE NAAM 'HEYLISSEM' EN DE EERSTE BEWONERS VAN DE STREEK

De naam 'Heylissem' wordt voor het eerst genoemd in een oorkonde van 29 november 1011 (1) waarin Balderic, de toenmalige bisschop van Luik, het landgoed Hamps (vandaag het gehucht Hamteau) schenkt aan de kerk van Heylissem. Buiten dit document hebben we bijzonder weinig informatie over de oorsprong en de eerste bewoners van de streek waar de abdij van Heylissem werd gebouwd. Toen het klooster in de twaalfde eeuw werd opgericht, was de lokale bevolking een allegaartje van helaas onbekende afkomst. We weten niet tot welk ras de mensen behoorden die in het tijdperk van de mammoet en het rendier leefden van de jacht langs de oevers, in de bossen en de moerassen (2). Onze voorouders uit het paleolithicum of de oude steentijd evolueerden naar bewoners van een eveneens onbekend ras aan het begin van het huidige geologische tijdperk. De nieuwe generatie onderscheidde zich met een kortere schedel en een levensstijl die prehistorici uitvoerig hebben bestudeerd. Ze deden aan landbouw, ze gebruikten wapens en gereedschap van geslepen steen, ze domesticeerden dieren en ze maakten aardewerken vazen. De invasie van de Kelten, die de Rijn overstaken en de plaatselijke bevolking onderwierpen, is het begin van een echte geschiedenis waarin brons een algemeen gebruikt materiaal wordt. Voor het ontstaan van de eerste agglomeraties is het echter wachten op de Belgen, die in 250 voor Christus de Kelten verdrijven naar het zuiden. De vorm van de gouden munten die de Nerviërs uit die tijd achterlieten, duidt op een zekere vorm van beschaving.

HET ROMEINSE TIJDPERK

In 57 voor Christus dringen de Romeinen Gallië binnen en komen veel bewoners om in de strijd met de legioenen van Julius Caesar. De streek ondergaat hetzelfde lot als de rest van de regio en wordt vier eeuwen lang geannexeerd bij het Romeinse Rijk. Op een grote vlakte naast de weg die Opheylissem verbindt met Jodoigne verschijnen vier tumuli, die aanzienlijk kleiner zijn geworden door de jarenlange bewerking van de akkers. De locatie wordt tot op vandaag 'Campagne des Tombes' genoemd, en er werden ook verschillende ondergrondse restanten van Romeinse villa's ontdekt. Wat verder lag destijds een grote weg die de Rijn over het land verbond met de Noordzee.

DE KERK EN DE BARBAREN

Vanaf de tweede helft van de derde eeuw vallen de Franken en de Allemannen het grondgebied binnen. De militaire grens, die de Barbaren sinds de tijd van Caesar op de rechteroever van de Rijn heeft gehouden, wordt danig op de proef gesteld. De streek wordt opnieuw gekoloniseerd en opgenomen in het koninkrijk van Clovis. De val van het Romeinse Rijk leidt tot een achteruitgang van de beschaving op alle domeinen, en we hebben tot op vandaag maar weinig precieze informatie over het Frankische tijdperk. We weten wel dat de streek rond Heylissem wordt opgenomen in de ruime grenzen van het bisdom Luik (3). De religieuze leiders herinneren zich maar al te goed het bloeiende verleden waarin hun bisdommen de grenzen van de Romeinse steden volgden, en vinden het niet meer dan normaal om die grenzen opnieuw in te stellen. Het gebied rond Heylissem wordt dus ingelijfd bij het bisdom Luik en de bewoners moeten verantwoording afleggen aan de prins-bisschoppen van de Vurige Stede. Die religieuze toewijding speelt ook een belangrijke rol in de veralgemening van het domeinsysteem bij de Frankische heren. Opheylissem en Neerheylissem, de twee gehuchten van Heylissem, vallen niet langer onder dezelfde pagus (4). De verbrokkeling van nederzettingen, die zonder dit principe één geheel zouden hebben gevormd, is naar alle waarschijnlijkheid dan ook terug te leiden tot de Frankische tijd.

VAN LOTHARIUS TOT DE HERTOGEN VAN BRABANT

Bij de dood van Karel de Grote in 843 gaan de patrimoniale domeinen van Haspengouw, Rome en Aix-la-Chapelle samen met de keizerstitel volgens het Verdrag van Verdun over op zijn oudste zoon, Lotharius, die het nieuwe koninkrijk omdoopt tot 'Regnum Lotharii' of Lotharingen. De opeenvolgende verdelingen van bezittingen en de latere groepering van pagi rond één graaf leiden ertoe dat de streek van Heylissem vanuit politiek oogpunt onder het bestuur van de graven van Leuven en later de hertogen van Brabant komt.

DE OPRICHTING VAN HET KLOOSTER

Naar het voorbeeld van talrijke vooraanstaande families uit zijn tijd besluit René de Zetrud, een landheer uit Haspengouw, een klooster te stichten op de oevers van de Gete, te midden van de niet-leenroerige gronden van Cappendael (Chapeauveau), en hen de helft van de kerk van Pellaines na te laten. De oprichting van het klooster wordt goedgekeurd door Alexandre de Juliers, bisschop van Luik, en wordt een eerste keer bevestigd op 3 mei 1135 (6) met een oorkonde van paus Innocentius II. Op 10 maart 1145 (7) volgt een tweede bevestiging met een bul van paus Eugenius III. Hoewel er geen precieze informatie bestaat over de omvang van deze schenking, moeten de middelen voldoende zijn geweest om te voorzien in de behoeften van de kleine gemeenschap. Andere schenkingen, giften van religieuzen die hun bezittingen mogen overdragen aan het klooster waarin ze de geloofsbelijdenis hebben afgelegd, erfenissen en aankopen zorgen er al snel voor dat het klooster groter en omvangrijker wordt. Het domein wordt tegen het einde van de dertiende eeuw (8) aanzienlijk uitgebreid door de aankoop van grote stukken land die toebehoorden aan de landheer van Gossoncourt. De abt kan dan ? op criminele executies na ? op elk niveau de rechtspraak toepassen.

HET BEGIN VAN DE NORBERTIJNENGEMEENSCHAP

De eerste abt van Heylissem, Ermenric (9), is een volgeling van Sint-Norbertus. De orde van de premonstratenzers of norbertijnen stamt uit Prémontré in de buurt van het Franse Laon, waar Norbertus de moederabdij opricht in het bos van Coucy. Tussen 1129 en 1796 wordt Ermenric opgevolgd door achtendertig prelaten (10). De kloostergemeenschap is slechts enkele jaren gemengd. In 1142 (11) besluit het algemene kapittel van de orde om niet langer vrouwen toe te laten in het mannenklooster en verhuizen de norbertijnenzusters naar Stocquoy in de buurt van Jodoigne. Rond 1200 verhuizen ze opnieuw, naar een domein in Semayen dat hen wordt geschonken door Siger de Wavre. De gemeenschap groeit gestaag, maar ze is in het wereldlijke en het geestelijke volledig afhankelijk van de moederabdij, waaraan ook alle bezittingen toekomen.

DE ABDIJ BREIDT HAAR PATRIMONIUM UIT

Tijdens de eerste twee eeuwen van haar bestaan concentreert de abdij van Heylissem zich vooral op haar domein en de uitbreiding van het patrimonium, om in een later stadium haar religieuze autoriteit te kunnen bestendigen (12). De religieuzen respecteren de leefregels van de norbertijnen en wijden zich aan de uitoefening van hun priesterlijke functies. Ze verwerven het recht om verschillende parochies uit de omgeving van het klooster te bedienen: Neerwinden, Cumptich, Budingen, Perwez, Bunsbeek, Linsmeau, Pellaines, Roosbeek, Wanghe, Diegem, Hévillers, Hoeleden, Jauche, Glabbeek en Hautem-Ste-Marguerithe (13). De eigendommen van de abdij zijn bijzonder omvangrijk, met boerderijen (14) in Breisem, Bunsbeek, Chapeauveau, Kumtich, Jandrain, Seumay, Stocquoy, Budingen en Daussoulx, en verschillende gronden in meer dan vijftig dorpen in Brabant (15). Het klooster heeft ook verschillende molens en een brouwerij. Om te voorzien in de behoeften van de gemeenschap ? die bestaat uit priesters, kloosterlingen, novices, lekenbroeders die de gelofte hebben afgelegd en donaten die zich levenslang of tijdelijk wijden aan het klooster ? werken landarbeiders en lekenbroeders onder leiding van enkele priesters in de boerderijen, op de velden en in de wijngaarden. Dankzij hun onroerende bezittingen, de vele rentes en afromingen die ze mogen innen (16) en het recht om de rechtspraak uit te oefenen zijn de kloosterreligieuzen de absolute heren van de streek. Heylissem is nooit een voedingsbodem geweest voor wetenschappen en letteren, maar blonk als geen ander uit in de landbouwkunst.

HERINRICHTING VAN DE GEBOUWEN VAN DEWEZ DOOR BALAT

In 1870 richt architect Balat de gebouwen en het park in als een ruime plattelandswoonst (29). De boerderij, de molen en de suikerfabriek blijven in gebruik. Gravin Georgine d'Oultremont, echtgenote van de zoon van baron Van den Bossche, schenkt het domein in haar testament van 14 oktober 1919 aan haar neef, graaf Albert d'Oultremont. In 1924 koopt de Tiense Suikerraffinaderij alle machines op, om ze vervolgens over te brengen naar Tienen. Graaf Albert d'Oultremont overlijdt in het kasteel van Opheylissem op 6 augustus 1946 en laat zijn bezittingen na aan zijn echtgenote Marguerite, gravin d'Oultremont-Van de Werve, en hun acht kinderen. Op 23 maart 1962 besluit de provincieraad van Brabant het domein en het kasteel van Opheylissem te kopen en er cultuur- en jeugdactiviteiten te organiseren.

DE MILITAIRE ROL VAN DE ABDIJ VAN HEYLISSEM

De abdij van Heylissem, gelegen aan de grens van het hertogdom Brabant langs de kant van Haspengouw, krijgt extra aandacht van de hertogen van Brabant. Ze garanderen de abdij bescherming en beschouwen haar min of meer als een uitspringende burcht. Het klooster en de omliggende gronden veranderen dan ook meermaals in een fel en bloederig strijdtoneel. In 1261 komt Jan I aan de macht. Hij wil zich meester maken van het hertogdom Limburg, dat na de dood van hertogin Ermengarde geen opvolger heeft, en vindt al snel een excuus om het gebied te veroveren (17). Een coalitie van andere pretendenten, samengesteld uit Renaud le Belliqueux, graaf van Gelderland, Siegfried de Wuestenberg, aartsbisschop van Keulen en Henry IV van Luxemburg, gaat al snel in tegen de ambitieuze hertog van Brabant. De Brabantse ridderorde, de gemeentelijke milities van Leuven, Brussel, Antwerpen, Jodoigne en Nijvel, en de troepen van Luik, Clèves en Juliers verenigen zich onder de vlag van hertog Jan I en marcheren samen, via Heylissem, tegen de coalitietroepen. Het hoogtepunt van de strijd vindt plaats op 5 juni 1288 in Worringen. De Brabanders, onder leiding van hun hertog, zijn in de minderheid maar scoren heel wat beter op tactisch vlak. En dus wordt het hertogdom Limburg geannexeerd bij de kroon van Brabant. Zijn zoon, Jan II, staat bij wijze van privilege toe om de rivier om te leiden naar de molen van de abdij en laat ingrijpende werkzaamheden uitvoeren om het klooster te omwallen (18). Hij laat ook de wegen langs het domein controleren en verder aanleggen. Niet lang na het einde van de werkzaamheden moet graaf Jan III zijn toevlucht nemen tot de abdij als burcht. In 1332 wordt Jan III bedreigd door een enorme coalitie onder leiding van Jan de Blinde, koning van Bohemen, en verenigt hij zijn troepen in Heylissem. Hij verblijft er bijna twee weken, waarin het onophoudelijk regent en hij zijn vijanden niet kan aanvallen. Tijdens zijn verblijf in de abdij wordt hij tot ridder geslagen in de kloosterkapel, in aanwezigheid van zijn troepen.

CONFLICTEN MET DE HERTOGEN VAN BOURGOGNE

De hertogen van Brabant laten zich gewillig omringen door abten als raadgevers. Heel wat nota's, oorkondes en brieven getuigen van de banden tussen het hof en de abdij (19). Tijdens het Bourgondische tijdperk aarzelt de abdij van Heylissem, gesterkt door haar centrale rol en invloedrijke functie, echter niet om meermaals openlijk de strijd aan te gaan met de hertogen van Bourgogne. De privileges en immuniteiten zijn een bron van jaloezie, die de abdij halsstarrig en overwegend succesvol verdedigt.

PLUNDERING EN BRAND IN DE ZESTIENDE EN ZEVENTIENDE EEUW

De kloostergebouwen gaan tijdens de oorlog van 1507 op in een brand, maar worden luxueus heropgebouwd door abt Vandermolen (20). De woelige godsdienstoorlogen zijn echter nefast voor de abdij: de kerk, de refter, de slaapzaal en de abdijwoning gaan op 27 november 1568 in vlammen op tijdens de invasie van de prins van Oranje in Brabant. De religieuzen verspreiden zich: enkelen verhuizen naar Luik, de anderen naar het prioraat van Langwaden. In 1635 (21), na de heropbouw van de abdij, strijkt het Hollands-Franse leger neer in de buurt van Heylissem. De prins van Oranje, Frédéric-Henri de Nassau, maakt de abdij tot zijn uitvalsbasis terwijl zijn troepen Tienen aanvallen en de stad in rook doen opgaan. De abdij verrijst al snel voor een derde keer uit haar ruïnes: de kerk en de kloostergebouwen worden heropgebouwd in renaissancestijl. Op 29 juli 1693, tijdens de eerste slag van Neerwinden, behalen de Fransen onder bevel van de maarschalk van Luxemburg de overwinning op de geallieerde troepen onder leiding van Guillaume III, koning van Engeland, maar lijden ze grote verliezen. Uit wraak plunderen en verwoesten ze de hele naburige streek, en in het bijzonder de abdij van Heylissem (22). Op 12, 13 en 14 augustus 1693 plundert het leger de abdijgebouwen en berooft het de religieuzen van al hun bezittingen.